VIETNAM 2013

week 1

week 2

De Chinees/Vietnamese grens

Onze paspoorten worden van alle kanten gescand en overgetypt in een computer, de rij achter ons zwelt aan, het publiek begint licht te morrelen, maar de douane is onverbiddelijk, onze paspoorten moeten meermaals worden bekeken en dan na 10 minuten komt het verlossende stempel en mogen we China verlaten. De douaneman van gisteren is blij ons te zien, hij heeft een brede grijns op zijn vrolijke gezicht en hij zegt dat het nu droog is en goed weer is om in Vietnam te fietsen. Hij vraagt of we wel regenjassen bij ons hebben omdat het ook kan regenen in Vietnam en we zeggen dat we alles aan boord hebben, hij wordt er vrolijk van.

Daarna komt de Vietnamese grens en dat gaat snel, en hop we zijn in Vietnam. En als we het douanegebouw uit lopen zijn er de touts, of we Chinees geld willen wisselen, of we een hotel willen in Sapa, waar we heen gaan, of we een helm willen kopen en nog meer van dat gezeur. Wij willen niets van dat alles en denken aan Stefan en Angelica, die hebben vast dezelfde ervaring. Voor 12,00 euro regelen we een busje die ons met de fietsen naar Sapa brengt, we willen die 35 km naar Sapa niet klimmen, het is 7 uur klimmen, er zitten veel hellingen in van 10 % of meer. Onderweg moeten we nog wel een keer fietsen omdat er politiecontrole is en ons busje mag geen fietsten vervoeren en moet dan boete betalen. De fietsen gaan weer uit het busje, wij fietsen langs al die politie en na een halve kilometer volgt ons busje en gaan de fietsen er weer in. Ik heb nog wel snel het autonummer van het busje opgeschreven want daarin ligt onze bagage, maar onze chauffeur voelt veilig. Hij zegt dat de politie met dit soort acties gewoon hun eigen zakken vult. We lezen dat corruptie van de politie aan de orde van de dag is voor de lokale bevolking.

Als het busje in Sapa stopt om ons uit te laden springen de eerste touts als vlooien op ons, ze zitten al in het busje. We vragen beleefd of ze ons eerst uit willen laten stappen, maar ze luisteren niet en we duwen ze hardhandig naar buiten. Ook de kleurrijke locals springen als vliegen op ons, maar we gaan rustig onze fietsen oppakken en we doen net of we ze niet zien en gaan, nadat onze fietsen opgeladen zijn gaan we eerst koffie drinken aan de overkant en de rust keert weer. We zijn in Sapa in Vietnam.

Vanaf het koffieterras slaan we gade wat er zich zoal afspeelt hier in dat dorp en zo acclimatiseren we een beetje. Er passeert een Europese vrouw omstrengelt door een bergstamvrouw, de Europese vrouw kijkt verliefd naar de bergstamvrouw, wij denken dat de bergstamvrouw vooral verliefd is op het rugzakje van de Europese vrouw want daarin zitten de Dongs, de Dollars of de Euro’s.

Als we op het terras in de Lonely Planet kijken voor een hotel beginnen de tout vlooien opnieuw te springen, binnen een paar tellen staat er al weer een dergelijke gast voor onze neus met zijn visitekaartje, we schudden hem af. We doen de Lonely Planet dicht een gaan een stukje fietsen en we vinden al snel een klein hotel, ver van de hussel bussel met een mooi uitzicht, het weer is goed, er is geen mist hier op 1500 meter. Sapa is bekend om de eeuwige mist.

We maken een korte trekking in de middag, we komen door een zwarte H’mong dorp. De H’mong zijn geïmmigreerd vanuit China in de negentiende eeuw, ze leven op grote hoogte, cultiveren droge rijst en medische planten inclusief opium, maar dat laatste verdwijnt door overheidsmaatregelen. Er zijn rode, witte, zwarte, groene en bloemen H’mong en ze hebben allemaal hun eigen kledingcode. De zwarte dragen linnen kleding die geverfd zijn met indigo. Het verbaasd ons dat het hier in dit H’mong dorp zo rustig is, de H’mong leeft hier zijn eigen leven ondanks al die toeristen, ze doen wel aan verkoop maar dringen niet op en hun dagelijks leven wordt nauwelijks door het toerisme beïnvloed. De kinderen spelen, de vrouwen wassen, weven en koken, de mannen gaan en komen van het veld en de kinderen spelen alsof er geen toeristen bestaan. De kleine kinderen dragen geen ondergoed en lopen gewoon met blote billen te spelen.

Door H’mong bromfietsnozems laten we ons vanuit het dal weer naar boven brengen, mijn linkerknie laat het helaas niet toe om een langere trekking te maken. In het dorp drinken we wat en ontmoeten een leuk jong stel uit Singapore en voor we het weten zijn er zomaar twee uur verstreken en is de eerste Vietnamese dag voorbij.
Het dorp Sapa is door de Fransen als bergstation gesticht in 1922, er zijn veel oude Fransen huizen.

Sapa

De Menno rit

Bij Chocolate en Baguette ontbijten we, het kost hier iets meer maar hiermee sponseren we het project voor jongeren die de boot gemist hebben in Vietnam, deze jongeren werken allemaal in dit restaurant en dat is uniek voor een communistisch land als Vietnam. Maar net als gisteren overal in de stad is het veel “no have” op de menukaart, 90 % van wat er op de mooie menukaarten staat hebben ze niet, gisteren wilden we ergens een broodje met ei eten en toen moesten ze eerst het brood en de eieren nog halen, geen ”no have” maar “wait a moment”, de kip hoefde de eieren nog net niet te leggen.

Als compensatie voor het busje van gisteren, beklimmen we vandaag zonder bepakking de “Tram Ton”, de hoogste Vietnamese pas, het wordt een Menno rit, we vertrekken vroeg, de lucht is zwaar, de mistflarden drijven als losse wolken langs de bergtoppen, het motregent zachtjes. De donkere rozenvelden steken mooi af op de richels tegen de bergen. De top ligt op ruim 2000 meter, het klimt lekker en de uitzichten zijn mysterieus met die mist. Op de top maken we een foto voor ons nageslacht, Opa en Oma op de top en langzaam dalen we daarna af, die mist is weg, het licht is mooi.

Sapa – Bac Ha

We dalen af naar Lao Cai en reizen door naar Bac Ha, van 1500 meter naar 200 meter, van 200 meter naar 951 meter. Het is mooi in de bergen, Bac Ha is volgens Han onze laatste hoogtestage, daarna zakken we in een dag of vier klimmend en dalend af naar Hanoi. Het klimaat in Bac Ha is aangenaam, het is 25 graden. Hier wonen de bloemen H’mong, de kleding is gekleurd en bevat veel kraaltjes.

Onderweg van Sapa naar Bac Ha komen we de eerste Nederlandse wereldfietser op deze tour tegen, IJnte de Jong, hij heeft een sabbatical en maakt een reuzentrip, we gaan zijn blog volgen. We hebben lang gepraat, vooral over reizen en fietsend reizen, hij is net als wij een Santos fietser, het is een leuke ontmoeting.

Er zijn weinig mensen in het bezit van een auto in deze omgeving, alles en iedereen wordt per brommer vervoerd. In Bac Ha verkopen ze ook rozen met mutsjes van krantenpapier, net als in Sapa waar ze gekweekt worden. We hebben gelezen dat de overheid het verbouwen van bloemen promoot om het verbouwen van opium te verminderen. Wij hebben nog geen opiumvelden gezien.

Bac Ha

“Heavenly Gate”

De hoogtestage van vandaag is een fikse klim naar de ”Heavenly Gate”. We hebben geluk dat het zo helder is vandaag, meestal ligt de hemelse poort in de mist. Het is de berg van de bloemen H’mong, de volwassen werken op het land, de kinderen spelen langs de straat, sommige kinderen wandelen met hun waterbuffels, deze kinderen zijn vrolijk en uitgelaten. De kinderen hier hebben momenteel vakantie. Er zijn ook buffels die liever de hele dag met hun lijf in de modder liggen, daarna zijn het melkchocolade buffels. We klimmen gestaag naar boven. Soms is er wat handel langs de straat, er worden kippen verkocht en eieren, komkommers en maiskolven. Een enkele keer rijdt er een oude te zwaar beladen vrachtauto en soms wat brommers, verder zijn we alleen op pad in dit bijzonder gebied. Sommige kinderen zitten op hun buffels hoog in de bergen, ook deze kinderen zijn vrolijk en ze joelen naar ons, eentje staat er bovenop een buffel met beide armen naar ons te zwaaien. Ergens in een bergwand is een nis waarin geofferd wordt.

Op de top van de berg staat een bankje en we blijven lang boven zitten en kijken over het diepe dal, het is zwoel met een licht windje, we zitten op 1337 meter, op een dergelijke plek wil je toch niet weg, zeker niet als die plek de naam hemelse poort heeft.

Als we beneden zijn boeken we nog een nacht bij in hotel Ngan Nga (betekent, zoemende) in Bac Ha, het bevalt ons hier wel, er zijn nauwelijks toeristen, de atmosfeer is goed.

Net als we bijgeboekt hebben verandert de sfeer, er komt een jong stel binnen, ze zijn met de brommer, de man is een ras Amerikaan, de vrouw is een hondsbrutale Filipijnse. We zitten nog na te genieten van onze mooie dagtocht, maar met een dergelijk koppel is dat in één klap over. De vrouw zegt onmiddellijk: “I am ..... (naam vergeten), where you from”, en waar zijn jullie allemaal al geweest en zijn jullie echt met de fiets, omdat ze onze fietsen voor het raam ziet staan. Ik zit aan de website te werken en dat ziet ze en daar springt ze ook meteen bovenop, ze zegt: “mijn vriend wil ook een website maken en jullie kunnen hem daar morgen mooi bij helpen”. Nou, mooi niet! Ze vertelt nog even snel dat ze met die brommer over de rotsen en door rivieren zijn gereden en dat daar nog nooit blanken zijn geweest. Al die bergstammen hier komen iedere week op de markt in Bac Ha, dat is de toeristische actractie van dit grote dorp, daarvoor komen de toeristen hier, altijd alleen maar voor die ene dag, dus al die bergstammen hebben wel eens blanken gezien. Daarna zegt ze: “wanneer komen jullie aan in Hanoi, want dan kunnen we daar afspreken dat we samen gaan eten in Hanoi, ik weet een goed restaurant”. Ik ga stug door met werken aan de website en Han gaat verder met lezen. De Filipijnse zegt: “ik denk dat ik mijn moeder maar eens ga mailen en dat lijkt ons een prima idee. Wat een gebakken lucht.

De Bac Ha tempel

Het is vandaag de vierde dag van de maan en het is erg druk in de Bac Ha tempel. Er wordt fanatiek geofferd, geld, veel geld en nep geld, echt fruit, nep fruit, wierook, maar ook speelgoedautootjes. Long gam is het populairste fruit dat wordt geofferd, het zijn een soort lychees. In een grijs tempeltje wordt papier verbrand met gouden stroken. Met dat verbranden van papier, verbranden ze de geestelijke rommel van de afgelopen maand en tevens is het voorouder vereering. In Vietnam is er een godsdienst en die heet Tam Giao, het is een drievoudige religie. Confucianisme, Taoïsme en animisme, samengesmolten met wat populaire Chinese geloven en hiermee identificeren velen zich.

Yin en yang (☯) zijn Chinese begrippen die verwijzen naar twee tegengestelde principes of krachten waarvan alle aspecten van het leven en het universum doordrongen zijn. Het yin-yangsymbool is de Oud-Chinese voorstelling van de kosmische dualiteit, waarbij yin vrouwelijkheid (aarde, koude, het noorden, vochtigheid) symboliseert en yang mannelijkheid (hemel, warmte, het zuiden, droogte). Het zijn echter niet louter tegenstellingen, maar vooral complementaire (elkaar aanvullende) waarden.

Het universum; alles wat er is en niet is, wordt de Tao (of Dao) genoemd. De Tao is niet te kennen, te begrijpen of te duiden. De Tao manifesteert zich in 2 tegengestelde waarden: yin en yang. Dit zijn geen absolute polen zoals goed en kwaad; beide waarden bestaan slechts in relatie tot elkaar. Je kunt 'lang' uitsluitend lang noemen in relatie tot 'kort'; beide kunnen dus niet afzonderlijk (op zichzelf) bestaan.

Yin yang toont zich (manifesteert zich) volgens een aantal principes:

      • . Yin en yang is geen statisch fenomeen; het is een dynamisch proces, dat nooit stopt of gestopt kan worden.
  • . Alle verschijnselen in het universum zijn gebonden aan de dynamiek/beweging van het yin-en-yang-principe.
  • . Iets heeft altijd een yin- én een yang-kant; wanneer iets Yin genoemd wordt, is ook yang aanwezig. Het absolute yin of absolute yang bestaat niet. Er bestaat geen absoluut donker of licht; in de nacht wanneer het donker is, kan men toch zien en overdag zijn er altijd schaduwen.
  • . Iets kan pas yin of yang genoemd worden wanneer men het vergelijkt met iets anders.
  • . Yin en yang zijn onderling verbonden, wanneer een waarde te groot wordt, dan remt de ander af.
  • . Yin is de veroorzaker van yang; hetgeen in het symbool tot uitdrukking komt door de witte stip in donkere yin.
  • . Yang is de veroorzaker van yin; hetgeen in het symbool tot uitdrukking komt door de zwarte stip in het lichte yang.

In de tempel loopt een klein jongetje met een groene trui en prachtige ondeugende amandelogen, hij glipt een tempelkamer binnen, komt even later buiten kijken en glipt weer naar binnen. Daarna komt hij naar buiten en loopt heerlijk te smullen van gepikte geofferde druiven. Er loopt ook een vrouw die door anderen geofferde spullen weghaalt en die ze verderop zelf gaat offeren. Er loopt een Vietnamese man met een Franse baret op, hij offert schalen vol stokbroodjes, na het offeren stopt hij de baret in zijn zak. Het tempelleven is goed.

Het is ochtend in Bac Ha, de haan kraait ons wakker en de kippen kokkelen daarna vrolijk het begin van de dag. Het is ontbijt is lekker, een vers stokbroodje met kaas en dan komt de Filipijnse met Amerika naar beneden en weg is de rust. Gelukkig is hier net een timide stel uit Zweden neergestreken voor het ontbijt en die worden meteen besprongen door F en A en wij zijn er van verlost. De Zweden worden helemaal opgeslokt, zielig voor hen, maar een redding voor ons. Na een half uur stappen ze op hun brommer en terug is de rust, de Zweden kunnen rustig ontbijten en wij kunnen van onze Vietnameese koffie genieten.

Opnieuw kruipen we omhoog de bergen in, nu naar het H’mong dorp Ban Pho. Het regent en het is enorm modderig, maar de kleuren zijn mooi. We belanden middenin het dorp Ban Pho en we krijgen contact met een jonge H’mong jongen. De H’mong hebben een eigen dialect en mooie huizen voor de fotografie, maar je zult hier moeten wonen, hoog in de bergen in dit vochtige klimaat, met al dat ongedierte dat in dit soort streken grote afmetingen heeft. De douche is altijd het koude stroompje buiten. De zwarte biggetjes zijn schattig om te zien en samen met de kippen scharrelen ze rond ieder huis.

Met muildieren worden de zakken maiskolven over dikke modderpaden door de vrouwen nog hoger uit de bergen gehaald en daarna met brommers verder vervoerd. De mooie gekleurde kleding van de vrouwen zit dik onder de blubber. Wat is het leven hier zwaar.

Vua-Meo (kattenkoningshuis) is een paleis in bizarre oriëntaalse barokke architecturale stijl. Het werd gebouwd in 1921 door de Fransen om de bloemen H’mong hoofdman Hoang a Tuong tevreden te houden. Het houdt het midden tussen een exotische kerk en een Frans kasteel.

Bac Ha is de eerste plek op onze reis die we morgen met weemoed zullen verlaten. Deels omdat het ons hier bijzonder goed bevalt en deels omdat we morgen beginnen aan de trip richting Hanoi, de trip op weg naar huis. Het zal zeker nog vier fietsdagen duren voordat we Hanoi binnen fietsen, maar toch.